Billy is al de hele dag een beetje down. Ze heeft er geen zin meer in. Als ze vlak voor het avondeten in de opslag zit, komt Romy weer naar haar toe. Ik ben klaar zegt Billy met een trillende stem tegen haar. In een gesprek met Bas heeft hij aan haar laten weten dat ze de strijd maar op moet geven, als ze het niet meer zitten. Dit stuit Billy tegen de borst. Bas is volgens haar niet die enige die haar liever ziet gaan. Ik zie dat mensen het fijn vinden dat ik aan het knakken ben en dat ik onstabiel sta in de strijd vertelt ze verder. Ze wil niet meedoen aan deze felle strijd voor de titel. Romy reageert geschrokken en ze merkt op dat Billy haar gevoel ook door de ruzie van gisteren komt. Dit kan Billy beamen, maar de vieze strijd versterkt dit gevoel. Ik ben niet naar Utopia gekomen om zulke gore spelletjes te spelen raast ze door. De wedstrijd brengt daarbij ook een de fanatieke kant van haar naar boven. Dat ze gisteren niet op Romy heeft gestemd voor de vrijstelling, heeft haar flink laten schrikken. Als ik er voor ga, dan ben ik evil laat ze weten. Romy knikt, zij vindt ook dat een wedstrijd het slechtste in de bewoners naar boven brengt. En probeert haar te kalmeren en adviseert haar om het even te laten bezinken.