Jens spreekt Mylène aan, hij vindt haar een luie flikker
Jens en Mylène zitten afgelopen avond in de hangmat wanneer Jens haar een luie flikker noemt. Ik vind die benaming wel een beetje naar eigenlijk zegt Mylène. En ook niet helemaal fair voegt ze eraan toe. Volgens haar is het zijn goed recht om dat te vinden maar ze het niet fijn vindt. De woordkeuze was misschien niet correct gaat Jens verder. Maar je wilt nu 5 uur achter elkaar straten? Als wij het samen deden, was je altijd binnen een halfuur weer weg. Mylène knikt en legt uit dat ze er dan geen zin in had. Vind je het dan niet logisch dat ik het vreemd vind dat een halfuur niet lukt maar vijf uur met z’n allen wel? Mylené zucht. Een halfuur lukt best en een uur ook maar op een gegeven moment heb ik er geen zin meer in en doet mijn rug pijn vervolgt ze. Jens knikt maar vraagt zich af of dit ook niet gebeurt in het geval ze vijf uur gaat werken. Of vind je de term luie flikker niet correct. Mylène knikt. Ik vind mezelf niet lui. Er zijn genoeg mensen hier die minder doen dan ik. Ben je nu boos op mij vraagt Jens wat later. Mylène schudt haar hoofd. Nee. Laat maar zitten, ja? Ik heb hier niet echt zin meer in eindigt ze.