Gerrit vindt afgelopen avond diverse enveloppen in de brievenbus. Snel verstopt hij de post in zijn broek en loopt hij naar de silo. De eerste enveloppen zijn voor Hiske en zij vertrekt snel om rustig haar brieven te lezen. De andere enveloppen zijn voor Jessie, die op de bovenste verdieping van de silo achter de computer zit. Gerrit legt de post op de rolstoel en hij bedekt alles met een dekentje. Als Gerrit Jessie heeft geroepen, laat hij weten dat Jessie in de rolstoel moet gaan zitten. Daar heeft Jessie echter weinig zin in, totdat Gerrit het dekentje optilt. Jessie ziet de post en er komt al snel een glimlacht op zijn gezicht. Jessie ploft daarna in de rolstoel en hij begint te lezen.

In Jessie zijn post staat ook iets over Merel. Hij besluit daarom om haar zijn brief deels voor te lezen. Het is toch een meisje om in de gaten te houden leest Jessie. Let maar op de binnenkant en niet zozeer op de buitenkant. Dan kom je een stuk verder met haar, want er bruist wel wat. De rest wil Jessie niet voorlezen en hij begint te lachen. Ook Merel begint te lachen en de twee gaan uiteindelijk ieder hun eigen weg.